Rift vallei
Onstaan van de Rift vallei
De drie grote meren Malawi, Tanganyika, en Victoria danken hun bestaan aan het uiteen bewegen van de continentale plaat in Oost Afrika dat zo’n 12 miljoen jaar geleden begonnen is. Het aldus ontstaan van de Grote Rift Vallei houdt verband met het dieper en langer worden van het Tanganyikameer en het Malawimeer. Het Victoriameer is ontstaan door het tilten van het Tanzaniaanse schild, waardoor een aantal rivieren niet meer westwaarts kon stromen. Gedurende het Pleistoceen zijn de meren herhaaldelijk gezakt in peil en het Victoriameer is zelfs helemaal opgedroogd zo’n 12.400 jaar geleden! Hier is geologisch bewijsmateriaal voor gepresenteerd. In het laatste geval is de radiatie van de cichliden dus minder dan 13,000 jaar oud. De leeftijd van de fauna van het Tanganyikameer is 5 miljoen jaar. De Rift vallei is onderdeel van de grote slenk, die van Syrië tot Mozambique strekt met totale lengte van 6400 km, een breedte van 30 tot 100 km en een diepte van soms duizenden meters.
Evolutie der Cichliden in de Rift vallei
Cichliden zijn hoog ontwikkelde vissen die tot dusver voornamelijk in de Afrikaanse rivieren voorkwamen. Het ontstaan van de drie grote meren veroorzaakte een gigantische radiatie van de vissen in verschillende soorten in deze nieuwe leefgebieden, vergelijkbaar met de radiaties van de zoogdieren aan het begin van het Tertiair, toen het uitsterven van de dino’s een hoop ecologische nissen vrijmaakte.
Volgens Greenwood (1981) waren de omstandigheden in de rivieren te fluctuerend voor de vissen om zich te kunnen specialiseren op bepaalde omstandigheden en voedseltypen, maar generalisten moesten blijven. De meren in de Rift vallei boden nu letterlijk een zee aan verschillende constante omstandigheden en derhalve konden de vissen zich gaan differentiëren.
Genetische kenmerken hebben uitgewezen dat de ‘species-flocks’ van elk groot meer elk van een gemeenschappelijk voorouder afstammen. Verder zijn er nog een aantal genera waarvan de verwantschap verder terug gaat in de tijd. Er is dus een flock in het Victoriameer, dat, onderbroken door een aantal verschillende genera in de Afrikaanse rivieren, in de verte verwant is aan de twee species flocks van het Malawimeer, die op hun beurt zustergroepen zijn. Onderbroken door een ander algemeen genus, bevindt zich de Tanganyika-flock. De verschillende species-flocks zijn dus alleen in de verte met elkaar verwant.
De tropische diversificatie (aanpassingen aan verschillende voedseltypen) van de verschillende cichlidensoorten varieert van vormen met een planktivoor dieet met zeer veel fijne tandjes, insecteneters met middelgrote, spitse tandjes, tot slakkeneters met botte, afgeplatte tandjes. Er zijn ook roofvissen van twee typen, met tussenvormen, één die de prooi evenvoudig weg grijpt en overmeestert, en één die de prooi opslokt middels een krachtige zuigende beweging. De vorm van de mondholte is speciaal aangepast aan deze verschillende manieren van jagen.
De vorm van de lippen, en de plaatsing ervan, en de vorm van het hoofd in het algemeen variëren ook heel sterk, afhankelijk van het voedseltype en de fourageerwijze. Tevens de vorm van het lichaam kent variatie, afhankelijk van het soort habitat, o.m. stil, ondiep water of stromend, of heel diep. Het is opvallend dat de cichliden van het Victoriameer (13.000 jaar oud) qua bouw niet zo sterk van elkaar verschillen als de cichliden van het Tanganyikameer (5 miljoen jaar oud). Dit laat zien dat de mogelijkheden van evolutie voornamelijk beperkt worden door de tijd (afgezien natuurlijk van de beperkingen die het bouwplan oplegt) en dat meer tijd meer morfolgische verandering tot gevolg kan hebben.