Zwarte Tetra
Zwarte Tetra
Latijnse naam: Gymnocorymbus ternetziEngelse naam: Black Widow Tetra
Synoniemen: Tetragonopterus ternetzi
Herkomst:
Minimum aquarium lengte:
Temperatuur:
PH:
GH:
KH:
Geslachtonderscheid: Man is kleiner en slanker als de vrouw
De Zwarte Tetra staat ook wel bekend als de Rouw Tetra, dit komt door zijn zwarte kleur. Vooral als ze jong zijn hebben veel zwart op hun lichaam. Het zijn vreedzame scholenvisjes die in een groepje van minimaal 6 maar liever nog meer dieren gehouden moet worden. Een alleen gehouden Zwarte Tetra vertoont vaak afwijkend gedrag waarbij hij zich agressief kan gaan gedragen naar zijn medebewoners.
De Zwarte Tetra is rond van vorm, dit komt door zijn vinnen. De vinnen hebben een zwarte met grijze kleur, de rest van het lichaam is grijs en de buik is wat wittig. Er zijn vissen die een paarsachtige gloed over hun lichaam hebben. Aan de zijkant hebben ze twee dwars banden op hun lichaam. De hoeveelheid zwart is afhankelijk van de gezondheid, watersamenstelling en voedsel, de tekening word grijzer naar mate ze ouder worden.
Dit visje is zeer geschikt voor beginners. Ze stellen weinig eisen aan het water en aan de inrichting. Omdat het een zeer rustig scholenvisje is kun je hem samen houden met bijna alle andere vissen. Zorg wel dat ze voldoende zwemruimte hebben in het aquarium. Beplanting mag ook niet ontbreken, de planten kun je het beste plaatsen aan de randen van het aquarium. Vlok voer en levend voer worden beide aangenomen, een variatie van beide is belangrijk. In de natuur hebben vissen te maken met schommelende temperaturen. Gedurende lange tijd vissen op de minimum of maximum temperatuur houden is niet altijd gewenst en kan de gemiddelde levensduur van de dieren bekorten.
Kweek
De kweek is eenvoudig. Zorg dat het water een temperatuur heeft van 25 a 26 graden en dat het aquarium beplant is met fijnbladerige planten waartussen de eieren kunnen worden afgezet. De eieren worden ’s ochtends vroeg afgezet. Na het afzetten moeten de ouders worden verwijderd, net als bij de meeste andere vrijleggende soorten eten de ouders hun eigen eieren. Na een dag komen de eieren uit en nog een dag later zwemmen de jongen vrij rond. In het begin kun je ze voeren met wat stofvoer, later ook met vers uitgekomen artemia en eigeel.