Afrikaanse moerasschildpad
De Afrikaanse moerasschildpad kan een gemiddelde carapax lengte bereiken van zo’n 20 cm, er zijn zelfs exemplaren die 30 cm bereiken. Een carapax is het het gewelfde rugschild, dat bestaat uit vergroeide ribben en vertebrale platen. Het platte buikpantser heet het plastron.
Afrikaanse moerasschildpad
Het schild van de Afrikaanse moerasschildpad is bruin tot groen van kleur, is langwerpig en koepelvormig. De schildplaten van de Afrikaanse moerasschildpad zijn in het midden redelijk groot. De kop en poten zijn iets lichter van kleur, vergeleken met het schild. De snuit van de Afrikaanse moerasschildpad is spits maar niet bijzonder lang. De nek van de Afrikaanse moerasschildpad is vrij lang, zo ongeveer de helft van het schild en wordt bij gevaar onder het schild getrokken. Ze hebben 5 nagels aan elke poot.
De Afrikaanse moerasschildpad komt voor in een groot deel van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het habitat van de Afrikaanse moerasschildpad bestaat uit permanente wateren, maar ook tijdelijk stukken water. Ze trekken vaak van poel naar poel, of van rivier naar een ander stuk water. Mocht het te droog worden dan graven ze zich in, in de modder om te wachten op de terug keer van water.
De Afrikaanse moerasschildpad komt vaak uit het water op zoek naar voedsel of om lekker te zonnen, in sommige gebieden doen ze dit bijna of helemaal niet, vaak omdat het te warm is. Ze hebben een uitgebreid dieet dat hoofdzakelijk bestaat uit, slakken, tweekleppigen en andere ongewervelden, maar ook kleinere amfibieën en reptielen worden gegeten. Hun natuurlijke vijanden zijn krokodillen, ze proberen te ontsnappen door in hun schild te kruipen. Ze kunnen ook een onwelriekend kliervocht afscheiden en hun cloaca ledigen.
De voormalige ondersoort Pelomedusa subrufa olivacea wordt tegenwoordig als een aparte soort gezien; Pelomedusa olivacea. Beide soorten lijken sterk op elkaar. Pelomedusa olivacea en Pelomedusa subrufa zijn uit elkaar te houden door naar hun buik te kijken. Het verschil zit voornamelijk in de pectorale (borst) schilden die bij Pelomedusa olivacea elkaar niet raken omdat de humerale schilden of ook wel bovenarm schilden genoemd ze blokkeren. Bij Pelomedusa subrufa raken ze elkaar wel op de “normale” manier.
Latijnse naam: Pelomedusa subrufa
Engelse naam: African helmeted turtle
Synoniemen:
Herkomst: Komt voor in de landen Benin, Botswana, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Congo-Brazzaville, Eritrea, Ethiopië, Ghana, Madagaskar, Mali, Niger, Nigeria, Zuid-Afrika, Senegal, Soedan, Swaziland, Tanzania en Togo.
Minimum aquarium grote : 120 cm lang
Temperatuur: water 26-28 graden, licht/zon 32-35 graden
Geslachtonderscheid: Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden door een dikkere staart. Oudere mannetjes hebben een bredere kop, vrouwtjes krijgen een in de doorsnede wat breder schild.