Kersenbuik Cichlide
De Kersenbuik Cichlide komt voor in kustgebieden, riviermondingen die uitlopen in zee. In hun natuurlijke omgeving leeft de Kersenbuik Cichlide dus in of in de buurt van brak water. Dit is niet noodzakelijk in een aquarium.
Meerdere vissen uit dezelfde familie hebben de bijnaam Kersenbuik Cichliden of Kersenvlek Cichlide, aan de uiterlijke kenmerken kan men het verschil wel duidelijk zien. Ook de Latijnse namen zijn verschillend.
De man van de Kersenbuik Cichlide word zo’n 10 cm lang terwijl de vrouw vaak niet groter word dan 7,5 cm, het verschil tussen de man en vrouw is makkelijk te zien. De man heeft zwarte stippen op zijn staart omgeven met wat geel en rood. Het vrouwtje is vaak net zo fel gekleurd als het vrouwtje, zelfs in de paartijd als de genitale opening roodpaars word.
Pelvicachromis Pulcher
De Kersenbuik Cichlide is een zeer goede graver, een laagje van 5 cm zand word deskundig verplaatst. In de natuur zoeken Kersenbuik Cichlide naar eten wat tussen het zand leeft. Het is belangrijk om deze vissen te voorzien van bloempotten of andere verstop plekken gemaakt van hout of steen. In deze holen zullen de Kersenbuik Cichlide hun nest bouwen. Na het poetsen dat wel dagen kan duren zullen ze gaan paren.
Kweek
De jonge visjes komen na drie dagen uit de eitjes, ze worden een dag of vier samen gehouden in een kuiltje tot dat ze zelfstandig kunnen zwemmen. Je kunt ze voeren met pekelkreeftjes of ander fijn voer. Sommige mensen halen de ouders weg bij de jongen. Mocht je dit willen doen dan kun je ze beter in een kweekbak zetten en ze weg halen als de jongen geboren zijn. Ze krijgen ongeveer 25 jongen per nest. Het vervelende is dat de jongen vaak allemaal van het zelfde geslacht zijn. Wil je hiermee verder kweken dan zul je moeten ruilen of een deel van de jongen moeten verkopen. De Kersenbuik Cichlide gaat goed samen met aquarium planten, zowel hard als zacht bladerige planten worden met rust gelaten.
Pelvicachromis subocellatus
Ook wel kleine KersenbuikCichlide of kleine KersenvlekCichlide genoemd. De Kleur van deze soort is over het algemeen grijsgroen met aan de onderkant wat rood, er loopt een donkere streep van de voorkant naar de achterkant van het lichaam. De vinnen hebben blauwe lijntjes met wat stipjes. Het vrouwtje krijgt in de paartijd mooiere kleuren dan de man.
Ze stellen dezelfde eisen aan hun leefomgeving als Pelvicachromis Taeniatus Kribensis, ook de kweek verloopt het zelfde.
Latijnse naam: Pelvicachromis Pulcher
Andere benamingen: Pelmatochromis aurocephalus, Pelmatochromis camerunensis, Pelvicachromis sacrimontis, Pelvicachromis sacramontis, Pelmatochromis kribensis, Pelmatochromis pulcher kribensis, Pelmatochromis subocellatus kribensis.
Herkomst: Afrika, Zuid Nigeria en komt ook voor langs de kust van Kameroen
Minimum aquarium grote: 80 cm lang
Temperatuur: 22-28 graden
PH: 5-7,5
GH: 5-19
Geslachtonderscheid: Duidelijk zichtbaar, de man is groter en heeft langere vinnen.