Roodbuikpiranha
De Roodbuikpiranha is een gevreesde vis maar waarom? De rode vorm van de Pygocentrus nattereri komt veel voor in rivieren en beken in het amazone gebied en andere delen van zuidelijk Zuid-Amerika. Ze komen ook voor in kustgebieden in het oosten van Brazilië en is hij uitgezet in vijvers in het noord-oosten van Brazilië, ten bate van de locale voedselvoorziening en de internationale aquariumvis-handel. De gele variant van de Roodbuikpiranha, ook wel Ternetzi Piranha genoemd. Deze komt voor in de koelere wateren van de Rio Parana en Rio Paraguay.
De Roodbuikpiranha komt voor in verschillende vormen, patronen en kleuren. Dit is afhankelijk van de vindplaats. Sommige hebben een bloedrode buik en onderkaak, terwijl bij andere dit meer oranje of geel is. Deze verschillen komen door het water, dieet of andere factoren. De kleur van de buik loopt op tot ongeveer halverwege de zijlijn, daarboven is de kleur donker vaak wat grijsachtig, maar ook blauw, groen, zwart en zelfs paarsachtig komen voor. De flanken van de Roodbuikpiranha worden bedekt met kleine zilveren schubben, die onder de juiste lichtinval een prachtig iriserend effect hebben.
De Roodbuikpiranha is een echte sprinter, zodra ze het gespartel van hun waarnemen zullen ze er als gek heen zwemmen om zo snel mogelijk een hap te nemen. Ze hebben een uitstekend gebit, dat ze gedurende hun hele leven blijven wisselen. De tanden worden een aantal millimeter lang, het gebit lijkt wel een berenval. Bij oude vissen komt het voor dat tanden niet meer terug groeien.
Roodbuikpiranha
De ogen van de Roodbuikpiranha zijn meestal rood van kleur, er komt ook een variant voor met zilveren ogen. Er loopt een donkere band over het oog ter camouflage. De neusgaten zijn goed zichtbaar, en voorzien van een kleine huidflap die waterstromen de neus in geleiden, ze hebben namelijk een perfect reuk vermogen, ze kunnen net als haaien bloed op grote afstanden ruiken.
De jonge Piranha’s zijn zilverkleurig en bedekt met zwarte stippen. Vanaf een lengte van 8 cm beginnen ze op kleur te komen, na 20 maanden zijn ze volwassen en kunnen ze zich voortplanten. Hoe ouder ze worden hun minder fel hun kleuren zijn. Volwassen Roodbuikpiranha kunnen wel 40 cm lang worden, maar 30 cm komt in aquaria vaker voor.
Rode piranha’s zijn berucht vanwege hun nerveuze en zelfs schichtige karakter. Ze zijn ze geneigd om bij het minste of geringste in paniek door de bak te schieten op zoek naar een schuilplaats. Scherpe decoratie stukken kun je daarom ook beter achterwege laten. Het zijn kannibalen, eventuele zieke of gewonde vissen kunnen worden opgegeten. Stukken hout of steen zorgen voor rust in de bak, ook grote planten geven de vissen een veilig gevoel. Het zijn roofvissen die ontzettend veel afvalstoffen produceren in het water, een goed en krachtig filter is dus aan te bevelen. Een stromingspomp kan geplaatst worden om het water wat extra in beweging te brengen, maar houd er rekening mee dat deze dieren van nature niet in snelstromend water leven.
In gevangenschap gekweekte vissen zijn makkelijk wat betreft hun eten, ze eten letterlijk alles wat naar vlees ruikt. Vaak word er gevoerd met bevroren en levend voer zoals, vis, schaaldieren en kreeftachtigen, rund en varkensvlees, insecten en zelfs kleine zoogdieren, dit is zeker niet aanbevolen vanwege de kans op verwondingen en de introductie van ziektekiemen en de rotzooi waar je mee blijft zitten, haar in de filters. Maar ze eten ook pellets, tabletten en soms zelfs vlokvoer, ook het kleine levend voer zoals muggenlarven worden gegeten. Sommige mensen geven hun Roodbuikpiranha zelfs groenten, fruit, zaden en noten. Afwisseling is belangrijk om een zo natuur dieet na te bootsen
Voor de kweek van de Roodbuikpiranha wordt de temperatuur rond de 26 à 27 graden gehouden. De bak voor de Roodbuikpiranha dien je in te richten met grote stukken kienhout, dat weelderig is bekleed met Javamos. Hiertussen grote open stukken, waar de vissen zich kunnen ophouden. De ph waarde moet rond de 6,5 liggen en het water moet wekelijks ververst worden, minimaal een kwart van de inhoud.
Het mannetje van de roodbuikpiranha zoekt een plek uit op de bodem en gaat hier rondjes zwemmen, met de bedoeling het vrouwtje te lokken. Het mannetje kan uitvallen naar het vrouwtje, dit hoort erbij. Op de uitgekozen plek gaat het mannetje kuiltjes in het zand blazen. Hij doet dit door met de kop naar beneden gericht water uit zijn bek te stuwen, zodat zanddeeltjes opzij worden geblazen. Niet lang daarna zal het vrouwtje zich bij hem voegen en hetzelfde gedrag gaan vertonen. Deze activiteiten nemen enkele dagen in beslag. Uiteindelijk worden de eieren afgezet. Trillend met de onderbuiken tegen elkaar worden de eitjes op de plaats van bestemming gedeponeerd. Dit proces neemt enkele uren in beslag.
Het nest neemt een behoorlijk oppervlak in beslag en oogt nogal slordig. Een deel is soms afgezet op kienhout, terwijl het overgrote deel in kluwen los op het zand ligt verspreid. De broedzorg wordt door het mannetje op zich genomen. Na het afzetten vertrekt het vrouwtje en voegt zich bij de groep. Na 2 dagen komen de eieren uit, na 3 dagen gaan ze zwemmen. Als er veel schuil mogelijkheden zijn dan kun je de jongen wel bij de ouders en de rest van de vissen laten, verplaatsen kan wel indien het water precies het zelfde is. bij gebruik van een kweekbak verplaats je simpel de ouders en laat je de jongen zitten. De jongen kun je voeren met klein levend voer zoals Artemia.
Latijnse naam: Pygocentrus nattereri
Engelse naam: Red Bellied Piranha
andere benamingen: rooseveltiella nattereri
Herkomst: Zuid-Amerika, Amazone gebied.
Minimum aquarium lengte: 120 cm
Temperatuur:
Geslachtonderscheid: Het geslachtsonderscheid is lastig. De buik van het mannetje heeft een V-vorm, terwijl de buik van het vrouwtje van de Roodbuikpiranha meer afgerond is.